Op het eerste gezicht ben ik allesbehalve een “zondagskind”. Letterlijk gezien ben ik ook op zaterdag 6 juni 1981 geboren. Een zogenaamd “zondagskind” is een geluksvogel. “Heeft keer op keer mazzel en komt ergens mee weg” toont google. 

Wie mij niet echt kent | oppervlakkig zou oordelen, bestempelt mij eerder als pechvogel of in een denigrerende variant daarvan als “mislukkeling”.

Al jong was ik op mezelf aangewezen: tot mijn 4e bracht ik grotendeels mijn tijd door in de box met (door omstandigheden) veelal afwezige ouders en kort daarna wandelde ik in mijn uppie richting school, omdat dat ook niet anders kon. Werkelijke emotionele en fysieke nabijheid heb ik niet gekend zoals kinderen vanaf dag 1 behoren te ervaren. Ik werd een huissleutelkind. Fysieke en emotionele veiligheid in de basis heb ik nooit gekend, op een gezonde wijze om leren gaan met tegenslagen heb ik nooit geleerd, voor mezelf zorgen heb ik geleerd op een wijze die gebaseerd is op overleven en dus niet per definitie gezond is. Simpelweg omdat wat ik als kind had behoren te krijgen niet ontving. Ik heb geleerd alles op alles te zetten om te blijven staan, om te vechten om in dit leven verder te komen. 

Vraag is: wanneer ben je nu echt een “mislukkeling”?

Hoe gek het ook klinkt, die onveilige en ongezonde basis was mijn comfortzone. Ik wist namelijk wat ik had, ik wist wat ik kon. Ik wist wat me te doen stond: mezelf wapenen | iedere keer opnieuw opstaan. Patronen, overtuigingen en ervaringen die ik al jong leerde, hebben de toon gezet mijn verdere leven te leiden op dezelfde voet. Ik leefde het leven van iedereen behalve dat van mezelf. Ik wist niet beter. 

Mijn drama en slachtofferschap hebben ertoe geleid dat ik gezien werd in wie men dacht dat ik was: een “pechvogel”. 

Ik heb de pech en daarmee het geluk gehad dat grote life-events in mijn leven iedere keer opnieuw een keerpunt bleken te zijn en zorgden voor verandering. Die events zorgden ervoor dat ik diep vanbinnen voelde dat er een andere weg moest zijn. Een weg die ik zelf mocht behandelen. Er moet natuurlijk staan: “bewandelen”. Typefoutje… en toch waarheid voor mij. Mijn eigen wijsheid toont mij de weg. Een weg die goed is voor mij. Een afslag die een ander niet wil|kan|veroordeelt te nemen.

Ik heb het geluk gehad dat ik in mijn leven mensen trof die rake vragen durfden te stellen. Zodanig raak dat ik er hard van wegrende, maar ik wel langzaamaan wende aan het antwoord wat ik diep vanbinnen voelde en zorgde voor een blijvende verandering, ook al was dat een jaar of jaren later. 

Ik heb het geluk gehad dat ik beschik over een behoorlijk doorzettingsvermogen als het op (over)leven aankomt. Dat ik weet, dat er geen weg terug is en dat langdurige stilstand (patronen, overtuigingen en herhalende minder toffe ervaringen) achteruitgang betekent en de kwaliteit van mijn leven negatief beïnvloed.

Ik heb het stille besef dat iedere ogenschijnlijke tegenslag me juist verder op weg helpt zonder afbreuk te doen aan hoe het daarvoor was. Door de jaren heen heb ik geleerd wat er nodig is om te kunnen dansen in de regen in plaats van te wachten tot de storm over is. Want wat als die storm maar niet overwaait?

Ik heb aan de lijve mogen ondervinden dat iedere keuze die je maakt, een juiste is. Ook al lijkt die nog zo slecht. Als je er voor open kunt staan, helpt het je verder bewust te worden van alles wat er (niet) is. Ik maakte soms keuzes vanuit mijn hoofd in plaats vanuit mijn hart|gevoel. Maatschappelijk correcte keuzes. Keuzes vanuit ingeprente overtuigingen, keuzes op basis van hoe het hoort, keuzes vanuit angst en onmacht, opgelegde keuezes. En het waren juist die keuzes die maakten dat het leven niet altijd lukte zoals “gewenst”. En het zijn de uitkomsten van die keuzes die door anderen worden bestempeld als mislukt zoals het ooit ook voor mijn ego “mislukking” betekende. Ik heb het geluk gehad het lef in mezelf te bekrachtigen om risico’s te durven nemen die met tot nu veel meer hebben gegeven dan ik ooit had durven dromen. Die ingaan tegen alles en iedereen(s verwachtingen van mij).

Ik hoop en wens jou toe dat jij het geluk hebt dat je mensen in jouw omgeving hebt die geloven in jouw eigen-wijsheid, die jou op een gezonde manier ondersteunen in de keuzes die je maakt, die jou bemoedigend toespreken, alsook jou die rake vragen durven te stellen waardoor je misschien eerst wel heel hard wegrent, maar je vervolgens het lef hebt het eerlijke antwoord daarop in jezelf naar boven te laten komen. Ik wens jou de inzichten en ervaringen als het er om gaat dat iedere persoon in jouw leven iets te bieden heeft, ik wens jou daarin de moed jezelf te durven laten spiegelen en dat zij evenzo de moed hebben zich door jou te laten spiegelen en je samen kunt groeien. Een gezond samenzijn betekent, dat je er niet alleen voor staat en op eigen benen kunt staan. 

Ik ben dan wel een “zaterdagskind”, maar wat heb ik een geluk (gehad).